Over Henriëtte Bosmans

Henriëtte Bosmans (1895-1952) was een invloedrijke en markante
persoonlijkheid in het Nederlandse muziekleven van de eerste helft van de
vorige eeuw. Opgeleid door haar moeder behaalde zij op zeventienjarige
leeftijd haar pianodiploma. Als pianiste en componiste werkte zij samen
met bekende musici van het Amsterdamse Concertgebouw. Op
vooraanstaande podia in Nederland trad zij op met internationaal bekende
dirigenten als Pierre Monteux, Willem Mengelberg, Eduard van Beinum, Sir
Adrian Boult en George Szell. In 1951 werd zij benoemd tot Ridder in de
Orde van Oranje-Nassau.

Henriëtte Hilda Bosmans werd op 6 december 1895 in Amsterdam
geboren. als dochter van cellist Henri Bosmans en pianist en pedagoog
Sarah Benedicts. Ze was nog geen acht maanden oud toen haar vader
overleed. Henriëtte werd als pianiste opgeleid door haar moeder, ze blek al
snel en groot talent. In 1913 werd Bosmans door het Genootschap voor de
Bevordering van de Muziek in Utrecht cum laude onderscheiden met het
diploma piano. Daarna studeerde zij muziektheorie bij J.W. Kersbergen.
Vanaf 1914 schreef ze haar eerste composities. Ook op dit vlak bleek ze
heel getalenteerd. Ze nam compositie- en orkestratielessen bij Cornelis
Dopper.

Carrière

In november 1915 maakte Henriëtte Bosmans haar debuut als
concertpianiste met het Utrechts Gemeentelijk Orkest onder leiding van
Wouter Hutschenruyter, waarbij ze het ‘Pianoconcerto’ KV 450 (1784) van
Mozart uitvoerde. Ze trad op in de grote concertzalen in Nederland met
internationaal gerenommeerde dirigenten als Pierre Monteux, Willem
Mengelberg, Eduard van Beinum, Sir Adrian Boult en George Szell. In
1922 begon ze les te geven aan de Toonkunst Muziekschool in
Amsterdam.

De Tweede Wereldoorlog betekende een onderbreking van haar carrière,
omdat zij weigerde lid te worden van de Kultuurkamer van de Nazi’s was
het haar verboden om in het openbaar op te treden en kon zij alleen in het
geheim optreden. In de oorlogsjaren werd zij zeer goed bevriend met de
voordrachtskunstenares Charlotte Köhler, en na de oorlog met de
componisten Benjamin Britten en Matthijs Vermeulen. Na een lange
periode waarin Bosmans regelmatig optreedt maar niet componeert,
vanwege de vroegtijdige dood van Franciscus Koene in 1935 en de oorlog,
schrijft ze de ‘Doodenmarsch’ [Death March, 1945], op tekst van Clara
Eggink. Marius Flothuis beschouwt dit als een van haar beste werken.
Op herhaaldelijk verzoek van Benjamin Britten zet Henriëtte Bosmans het
gedicht ‘Poème’ van Olive Schreiner op muziek en draagt het op aan Peter
Pears, Brittens partner. In datzelfde jaar (1948) ontmoet ze ook de
zangeres Noémie Perugia. In de laatste jaren van haar leven, terwijl ze
gekweld wordt door ziekte, komt er een nieuwe creatieve periode. De
liedjes die ze schrijft en samen met haar vriendin Perugia optreedt,
behoren tot de beste van die periode.

Op 12 maart 1952 treedt ze voor het laatst op met orkest en op 30 april
geeft ze haar laatste recital met Noémie Perugia. Na het recital stort ze in
en een maand later, op 2 juli 1952, sterft ze in het Prinsengracht
Ziekenhuis in Amsterdam.

Composities van Bosmans

Henriëtte Bosmans wordt beschouwd als een van de belangrijkste
Nederlandse componisten van de eerste helft van de 20e eeuw. Als pianist
en componist was zij verbonden aan verschillende kamermuziekensembles
in Amsterdam, met onder andere de violisten Louis Zimmerman en Francis
Koene en de cellist Marix Loevensohn.

Haar eerste composities, waaronder haar eerste orkeststuk ‘Poème’
(1923), voor cello en orkest, zijn geschreven in Duits-Romantische stijl.
Voor haar ‘Concertstuk’ voor fluit en kamerorkest (1929) in voor een
wedstrijd van het Concertgebouworkest ontving zij de tweede prijs. In 1951
werd Bosmans tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau benoemd.

Veel van haar werken werden tijdens haar leven gepubliceerd door
Alsbach en Broekmans & Van Poppel. Haar manuscripten en
gepubliceerde werken zijn te vinden bij het Nederlands Muziek Instituut,
Donemus Uitgeverij en de collectie Vrouw & Muziek in Atria.

LITERATUUR

Looyestijn: ‘Henriëtte Bosmans’, Zes vrouwelijke componisten, ed. H.
Metzelaar, (Zutphen, 1991)

Metzelaar: ‘Postwar Eggs from Holland: Benjamin Britten and
Henriëtte Bosmans’, (Musiek & wetenschap, 6, 1997–8)

Metzelaar, Helen, ‘Zonder muziek is het leven onnodig’. Henriëtte
Bosmans, een biografie (Zutphen, 2002)

Klis, Jolande van der (ed.) ‘The Essential Guide to Dutch Music: 100
composers and their work’. (Amsterdam University Press, 2000)

Agrafenina: ‘Dutch Female Composers’, Master Thesis,
(Conservatory of Amsterdam, 2020) – accessed on request
agrafenina[at]gmail.com